Renovatie aan verlaagd btw-tarief? De btw-verklaring op de factuur vervangt het oude btw-attest

Iedere aannemer die werkt voor particulieren kent het: de administratieve rompslomp van het verlaagde btw-tarief. Tot voor kort moesten aannemers dit doen door een btw-attest uit te schrijven. Dit is nu verleden tijd. De wetgever verving het attest door een btw-verklaring op de factuur.

Wat de btw-verklaring op de factuur nu precies inhoudt, leest u in deze blog.

Tot slot herhalen we beknopt de drie toepassingsvoorwaarden van het verlaagde btw-tarief. Zo weet u onmiddellijk of u de btw-verklaring moet gebruiken.

1. Van attest naar verklaring

 

1.1. Btw-verklaring op de factuur

In het verleden moest de bouwheer een attest overmaken aan de aannemer. De aannemer tekende het document en stuurde het dan terug naar de bouwheer.  

Deze administratieve last werd vorig jaar door de wetgever beperkt door het opheffen van het btw-attest. Het attest werd vervangen door een btw-verklaring op de factuur.

Wat bedoelen we met een btw-verklaring op de factuur?

Vanaf 1 juli 2022 moet een aannemer bij renovatiewerken aan het verlaagde btw-tarief de volgende tekst letterlijk vermelden op de factuur die hij toestuurt aan de klant:

  • “Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21 pct. van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”

Deze vermelding vervangt het btw-attest volledig.

 

1.2. Meer aansprakelijkheid bij de bouwheer

Naast de administratieve vereenvoudiging is de wijziging ook van belang voor de aansprakelijkheid.

Vroeger lag de aansprakelijkheid vaak bij de aannemer om al dan niet het verlaagde tarief toe te passen. Ook het niet (tijdig) ontvangen van het attest zorgde regelmatig voor problemen.

Nu vermeldt de aannemer het verlaagde tarief en de bijhorende voorwaarden op de factuur (zie de cursieve tekst hiervoor). De klant krijgt dus kennis van de voorwaarden waaraan hij moet voldoen én de wijze waarop hij kan protesteren indien niet akkoord gaat:

  • Gaat de bouwheer niet akkoord met het gebruik van het verlaagde btw-tarief, dan dient hij binnen de maand na factuurdatum schriftelijk te protesteren. Wordt het verlaagde btw-tarief op de factuur betwist, dan zal de aannemer een gecorrigeerde factuur opstellen. Stelt de aannemer geen aangepaste factuur op, dan kan hij aansprakelijk gesteld worden voor de verschuldigde belasting, de intresten en de geldboeten.

 

  • Gaat de bouwheer wel akkoord met gebruik van het verlaagde tarief, of laat de bouwheer na om tijdig te protesteren, dan is de bouwheer aansprakelijk voor de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.

Samengevat, wordt de administratieve last verlaagd en wordt er meer verantwoordelijkheid gelegd bij de bouwheer om toe te zien of de woning aan alle voorwaarden voldoet om gebruik te maken van het verlaagde tarief.

Wenst u als aannemer in orde te zijn? Afhankelijk van uw facturatieprogramma kan u een modelfactuur opstellen met daarbij de standaardclausule voor verlaagd btw-tarief.

 

2. Voorwaarden verlaagd btw-tarief

Renovatiewerken aan een btw-tarief van 6% in plaats van 21%; voor iedere bouwheer kan dit een fikse besparing zijn op het totaalbedrag.

Maar wanneer komt de bouwheer hiervoor in aanmerking? We bespreken de voorwaarden hierna één voor één. Voldoet de woning niet aan deze drie voorwaarden, dan is het tarief van 21 % van toepassing.

 

Voorwaarde 1: het zijn ‘werken in onroerende staat’ die rechtstreeks gefactureerd worden aan de eindgebruiker (eigenaar, vruchtgebruiker, huurder, ...)

Vallen de werken onder ‘werken in onroerende staat’, dan is het verlaagde btw-tarief van toepassing op de betaalde werkuren voor deze renovatiewerken, alsook op het onderhouden en herstellen van deze werken.

Maar wat zijn nu werken in onroerende staat? De omvorming, renovatie, rehabilitatie, verbetering, herstelling of onderhoud aan een onroerend goed vallen onder deze categorie.

Vallen onder de noemer ‘werken in onroerende staat’:

  • De werken aan de binnenkant van de woning zoals sanitair, elektriciteit, isolatie, schilderwerken, … .
  • De werken aan de buitenkant van de woning zoals vernieuwen van de voorgevel, een veranda, een garage, … .
  • Het onderhoud van de woning zoals het vegen van de schoorsteen, onderhoudswerken aan liften, … .

Daarnaast zijn er enkele werken die gelijkgesteld worden met werken in onroerende staat zoals de installatie van een brandalarm of het installeren van airco.

Voor renovatie bij uitbreidingswerken van een woning zijn er twee bijkomende voorwaarden:

  • De werken mogen niet leiden tot een verdubbeling van oppervlakte, en
  • Het nieuwe gedeelte kan niet bestaan zonder het oude.

Een nieuwbouwwoning en het reinigen van een woning zijn uitgesloten.

 

Voorwaarde 2: de woning is uitsluitend of hoofdzakelijk bedoeld als privéwoning

Een woning die uitsluitend bedoeld is voor privégebruik, voldoet aan de voorwaarde.

Maar wat met gemengd gebruik? Gemengd gebruik betekent dat de woning gebruikt wordt zowel privé als professioneel. Indien de professionele activiteit bijkomstig is ten opzichte van het privégebruik van de woning, dan kan het verlaagde btw-tarief toegepast worden. Uw woning moet dus minstens 51 % bestemd zijn voor privégebruik.

Het gebruik van de woning is gemengd maar de werken hebben uitsluitend betrekking op de ruimtes die professioneel gebruikt worden? Dan is het normale tarief van 21 % van toepassing. Dit omdat de werken geen betrekking hebben op de privéruimtes. Voorbeelden hiervan zijn wachtkamers of vergaderzalen van vrije beroepers.

Louter professioneel gebruik van een woning betekent dan weer dat u als bouwheer gebruik maakt van de verlegging van heffing, zijnde als medecontractant. Hierbij recupereert u de volledige btw.

 

Voorwaarde 3: de woning is minstens 10 jaar in gebruik

De woning moet minstens 10 jaar in gebruik zijn. De termijn van 10 jaar begint te lopen vanaf de eerste ingebruikname van het gebouw. De ingebruikname is voldoende, het hoeft geen ingebruikname als privéwoning te zijn.

Ook goed om te weten is dat het eerste jaar gezien wordt als een volledig jaar.

Voorbeeld: De eerste ingebruikname van het gebouw was op 20.12.2013. Dat betekent dat vanaf 01.01.2023 het verlaagde tarief mogelijk is. Dit terwijl het gebouw dan eigenlijk nog maar 9 jaar in gebruik is.

Er gelden twee uitzondering waarbij het gebouw minstens 15 jaar in gebruik moet zijn:

  • de prijs inzake de levering van gemeenschappelijke verwarmingsketels in appartementsgebouwen; en
  • de prijs inzake de levering van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een liftinstallatie.

 

 

Heeft u vragen? Aarzel niet en contacteer ons!